Weet je wat er leuk is aan een blog die je zelf (mee) beheert? Je kan je eigen regels opstellen … om ze daarna weer schaamteloos te breken 😀 Oorspronkelijk wou ik met “De toffe afstand” eigenlijk per bericht een verhaaltje posten van een leuke interactie met een vreemde ten tijde van Covid-19. Maar tijdens 1 van mijn avondwandelingen bedacht ik me dat “bussen en vluchten” eigenlijk wel een toffe titel is. Dankzij die “u” in de eerste lettergreep van beide woorden zit er een leuk ritme in als je het luidop zegt (voor een authentieke ervaring raad ik een algemeen Nederlands accent met een stevig Antwerpse invloed aan). Nu de enige manier waarop dat die titel bruikbaar was voor mij was als ik 2 korte maar leuke interacties in 1 blog stak. Ja, dan doe ik dat toch gewoon?
De eerste van die “toffe afstanden” die ik ervaarde was zoals u ongetwijfeld al wel had geraden op … een boot. Alle ja, een boot waarvan je die 3 laatste letters wegneemt en vervangt door een mus zonder m. Voor alle duidelijkheid, ik stapte dus in Dublin op de bus en dat met 10 zware verhuisdozen aan mijn rug gebonden. Gelukkig waren die opgeplooid en leeg. Vermits ik de chauffeur al met grote ogen zag kijken leek het me gepast om te vragen of ik extra moest betalen. Zo’n pakketje dozen neemt namelijk ook in Corona – tijden ongeveer de plaats van 2 anorexische 7-jarigen in. De chauffeur zei dan ook dat het me een extra ticket zou kosten. Ik haal de dozen van mijn rug en zet ze op de grond om goed aan mijn portemonnee te kunnen. Dat is natuurlijk het moment waarop de chauffeur in lachen uitbarstte en mij een welgemeende “I’m just kidding” gaf. De rotzak! Maar hij grapte met zo’n goed humeur dat ik niet anders kon dan lachen. Dat hij mij daarna bij zowel het opstappen als afstappen zonder enig gemor extra tijd gaf om mijn dozen te verzamelen maakte hem alleen nog maar sympathieker. Chauffeurs die hun job graag doen. Daar zie je er te weinig van.
“Toffe afstand” nummer 2 was dan op het vliegtuig van Dublin naar Zaventem. Het was me al gelukt om met mijn gigantische backpack op mijn rug (voor de literaire medemensen: “zware dingen op mijn rug” is inderdaad een motief in deze blog) op het vliegtuig te stappen zonder dat iemand vroeg of ik die best niet zou inchecken. Nu was dat niet mijn bedoeling, het was me gewoon niet duidelijk waar ik mijn bagage moest laten inchecken. Eenmaal op het vliegtuig zelf was het echter wat laat om daar nog naar te vragen. Dus ik ga naar mijn stoeltje helemaal achterin en probeer mijn backpack in het bagagekastje bovenaan te steken. In normale tijden had dit waarschijnlijk een helse opdracht geweest. Dan moet je namelijk ook rekening houden met de bagage van die lastige medepassagiers. (Wie denken ze wel dat ze zijn?) Maar nu was ik dus relatief gezien, het blijft natuurlijk een veel te kleine ruimte, koning te rijk. Gelukkig stak de backpack na wat geduw comfortabel in het kastje. Ik draaide mij om naar de steward die achteraan het vliegtuig stond en zei “Am I glad that no one else is here”. Hij moest er spontaan van lachen en bood me een stoel voorin het vliegtuig aan. Helaas zaten me daar net iets te veel mensen en sloeg ik het aanbod dus af. Maar dat was dus mijn voorlopig laatste interactie met een Ier. Alle geluk was het een toffe manier om het hoofdstuk “wonen in Dublin” af te sluiten.
Deze blog maakt deel uit van onze actie ‘De Toffe Afstand‘.
Foto gemaakt door Ethan Sees en terug te vinden op Pexels.com